De adem van de groene long stinkt!

Op 12 februari 2019, over deze onderwerpen: Natuur en milieu, Ruimetelijke ordening / verkeer / openbare werken
Geert Orbie, fractieleider

Bij de aanvang van de vorige legislatuur in 2013 vroeg N-VA-fractieleider aan de schepenen of ze bereid waren om een beleidsverklaring af te leggen zodat zowel de gemeenteraadsleden als de bevolking de intenties van de burgemeester en schepenen met betrekking tot hun bevoegdheden zouden kennen en later evalueren. Dit verzoek werd door het voltallige schepencollege hooghartig naar de prullenmand verwezen. De komende zes jaren werd er een beleid gevoerd van pappen en nathouden, zonder visie en met als belangrijkste betrachting om op het einde van de legislatuur een salvo van cadeaus uit te delen aan verenigingen en projecten om het electoraat voor een dag te verleiden en zes jaar op dezelfde manier verder te kunnen boeren.

Het gevolg van een sinds mensenheugenis bestaande absolute meerderheid, waarbij er geen bestuursakkoord dient gesloten te worden en nieuwe problemen niet het voorwerp vormen van een gezond politiek debat binnen het schepencollege en de fracties, is dat er ad hoc wordt beslist, na voorafgaand gelobby en achterkamerpolitiek.

Het dossier van wat burgemeester Vanhessche eufimistisch ‘de groene long’ is gaan noemen is een typevoorbeeld van het gebrek aan visie en de rotte politieke gebruiken in onze gemeente. De adem van onze groene long stinkt.

Dat de groene ruimte in onze dorpskernen schaars wordt en dat dit met name in Varsenare uitgesproken is, zou een deugdelijk bestuurder nochtans niet mogen ontgaan zijn. Te meer daar de inwoners van de deelgemeente zelf bij herhaling gepleit hebben voor het bewaren en zo mogelijk uitbreiden van het schaarse groen in hun dorpskern. In plaats van daar een visie rond te ontwikkelen en een pro-actief beleid te voeren, bleef ons schepencollege echter op zijn luie krent zitten.

Het was toen een projectontwikkelaar kwam polsen of het behoorlijk groot bouwproject dat hij na de eventuele aankoop van gronden, met bijbehorende bebouwing, in de Oude Dorpsweg te Varsenare net achter de kerk, vlot en snel aan een gemeentelijke vergunning zou geraken, dat op het gemeentehuis de lichten begonnen te flikkeren. Laat de achterzijde van die gronden nu net het enige overgebleven groene plekje in het hart van Varsenare vormen.

Wat volgde was een typisch staaltje Jabbeekse achterkamerpolitiek. In een poging om de groene meubelen te redden, werd er met de toekomstige projectontwikkelaar een deal gesloten, waarbij de gemeente het achterste gedeelte van de gronden zou verwerven om er een park van te maken. Daarnaast zou ook een woning aan de straatzijde worden aangeschaft, die de ontwikkelaar wou slopen en vervangen door appartementen. Het geheel werd verpakt in een dading tussen de ontwikkelaar en de gemeente en deze dading werd aan de gemeenteraad voorgelegd.

Wat is of liever wat zijn nu de problemen?

Ten eerste is het niet duidelijk met wie de dading wordt gesloten. ER is in de teksten sprake van verschillende personen en rechtspersonen.

Ten tweede blijkt de persoon met wie de dading wordt gesloten op dit ogenblik geen eigenaar van de gronden en gebouwen. Er is enkel een compromis gesloten tussen de huidige eigenaar en de projectontwikkelaar, maar deze compromis wordt, ondanks het uitdrukkelijk verzoek van de Algemeen Directeur van de gemeente, niet aan de gemeenteraad bezorgd. Wel wordt meegedeeld dat deze compromis opgeschort wordt indien door de gemeente geen vergunning wordt verleend voor het uitvoeren van het bouwproject.

Hierdoor ontstaat er, ten derde, een koppeling tussen de aankoop door de gemeente van een goed, en het verlenen van een bouwvergunning voor een nieuwbouwproject. Wanneer die vergunning er niet komt, vervalt ook  de aankoop. Hierdoor wordt de gemeente rechter en partij. In een dossier waarin ze, in het algemeen belang, dient te oordelen over het toekennen van een bouwvergunning is ze zelf ook betrokken en belanghebbende partij. Keurt ze die vergunning immers niet goed, dan kan ze de gronden en het huis niet aankopen. Dit werd opgelost door, en hier komt de typische Jabbeekse koehandel en achterkamerpolitiek naar boven, met de toekomstige projectontwikkelaar te gaan samenzitten en samen de plannen voor de nieuwbouwappartementen te bespreken en aan te passen. Deze plannen werden op de technische commissie uitvoerig getoond en toegelicht. Ze voorzien bijvoorbeeld in appartementen met vier bouwlagen. Vlak in het centrum van de gemeente Varsenare is dit wel een vrij belastende hoogbouw. Dit vormt bovendien een gevaarlijk precedent naar toekosmtige gelijkaardige projecten in Jabbeke. Men kan zich niet van de indruk ontdoen dat het toekennen van een vierde bouwlaag een compensatie vormt voor het afstaan aan de gemeente van een gebouw en de daaruit volgende derving van ontwikkelmogelijkheden.   

Ten vierde wordt de projectontwikkelaar ontheven van de gemeentelijke verplichting in het voorzien van bovengrondse parkeerplaatsen voor bezoekers van de appartementen. Straffer nog, de gemeente gaat, in het tegenoverliggende steegje naar Hof ter Straeten, op eigen kosten parkeerplaatsen aanleggen, die gebruikt mogen worden door de bezoekers van dit project. Met andere woorden de belastingbetaler draait op voor privé-parkeergelegenheid. Is er overigens al aan de bewoners van het steegje gevraagd of zij gediend zijn met deze bezoekers voor hun deur?

Tenslotte hebben wij onze bedenkingen bij de aanschaf van de woning door de gemeente. Dit kost meer dan 300.000€. De woning zou een erfgoedwaarde hebben, wat voer voor discussie is. Ze is alleszins niet beschermd. Als gepolst wordt naar de toekomstige plannen met deze woning , blijft het bestuur zeer vaag. We weten het nog niet: een kinderopvang, een buurthuis, we zien wel. Bij navraag blijkt men geen idee te hebben van de huidige toestand van de woning, de noodzakelijke verbouwingen en aanpassingen naar vochtbestrijding, isolatie, structurele stevigheid, enz en daar dus ook nog geen enkele toekomstige budgettaire noodzaak op te kunnen plakken. Met andere woorden men koopt met  belastinggeld een huis waarvan men niet weet wat het nog zal kosten en wat men ermee gaat doen. Een buurthuis, op 250 meter van het eigen gemeenschapscentrum en vlakbij horecazaken, lijkt ons niet echt een juist signaal van een bestuur dat zegt de lokale middenstand te willen ondersteunen.

Samengevat: door een gebrek aan visie en bestuurskracht dreigde het laatste stukje groen uit het centrum van Varsenare te verdwijnen. Enkel middels een schimmige deal met een projectontwikkelaar, waarbij de gemeente rechter en partij werd, en dus in zichzelf de arm omgewrongen heeft, kon dit nog rechtgezet worden. Een schoolvoorbeeld van hoe het niet moet. Jabbeke verdient beter!

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is